
Bij feestelijke gelegenheden hoort een gerecht waar je even voor gaat zitten: het pasteitje. Flinterdun en luchtig bladerdeeg, rijk gevuld met een romige ragout van mals vlees. De herkomst doet ons even wegdromen: een bladerdeeghapje zo licht, dat de naam ‘vol-au-vent’ letterlijk ‘wegvliegen met de wind’ betekent. Wil je weten waarom dit gerecht zo’n klassieker is en hoe je het zelf feilloos maakt, lees dan vooral verder.
Het pasteitje: een feestelijk bladerdeegbakje
Ons pasteitje, ooit door de Fransen ‘vol-au-vent’ genoemd, is uitgegroeid tot een van de populairste partyhappen voor Kerst, Pasen of een uitgebreid familiediner. Sinds de 18e eeuw proefden generaties deze elegantie in bladerdeeg. Tegenwoordig duikt het op tijdens brunches, borrels en zelfs als hoofdgerecht.
Klassieke ragoutvulling: wat hoort erin?

Een traditioneel pasteitje bestaat uit een bladerdeegbakje, gevuld met ragout. In deze ragout vind je typisch kip, gehaktballetjes en champignons, gebonden in een zachte, romige saus. Maar variaties zijn eindeloos: rundvlees, groentes, of zelfs wild zijn allemaal mogelijk. In de winter verschijnt er soms een chiquere versie met reevlees van chef Robèrt van Beckhoven, perfect voor het wildseizoen.
De perfecte structuur van bladerdeeg
Het geheim van een luchtig pasteitje zit ‘m in het werken met bladerdeeg. Hou het koud, snijd het met een scherpe uitsteker en vermijd eistrijksel langs de randen. Dan rijst het mooi op en blijft het luchtig. Leg tussen de stappen door alles steeds terug in de koelkast: zo bak je het perfect goudbruin.
Stapsgewijs pasteitjes maken
- Broth trekken: Breng 1 kg runderborst, 1,5 L water en laurier aan de kook. Laat dit op zacht vuur 3 uur trekken, of 1 uur onder hoge druk in de snelkookpan.
- Vlees snijden: Haal het gare vlees uit de bouillon. Snijd het in stukjes van ongeveer 1,25 cm en laat afkoelen.
- Bladerdeeg voorbereiden: Snijd 8 grote rondjes en 8 ringen, plus kleine dekselrondjes. Zorg dat je steeds snel werkt om het deeg koud te houden en prik gaatjes onderin voor luchtig resultaat.
- Ragout/saus: Maak een roux van 120 g boter en 120 g bloem. Voeg koude bouillon toe, beetje bij beetje, tot het mooi bindt. Breng op smaak met nootmuskaat, mosterd, azijn, zout en peper, en voeg daarna het vlees toe.
- Bakken: Bak de pasteibakjes op 190°C in ongeveer 25 minuten goudbruin. Vul ze vlak voor serveren met warme ragout en zet het dekseltje erop.
Feiten & weetjes over pasteitjes
Feit | Waarde |
---|---|
Oorsprong | 18e eeuw, Frankrijk |
Klassieke vulling | Kip, balletjes, champignons |
Calorieën per stuk | 705 kcal |
In 2024 verscheen zelfs een boek van Stefan Ruysschaert vol nieuwe variaties op vol-au-vent; geen traditie is springlevend zonder creativiteit.
Inspirerende alternatieven: varieer met vulling
Wie wil experimenteren, kiest eens voor een pasteitje met groente-ragout, of maakt kip en champignons de ster. Ook vegetarisch zijn ze een succes: denk aan een vulling met paddestoelen en peulvruchten. Voor speciale gelegenheden voegen we soms wild of luxe ingrediënten toe en verschijnt het als echte gangmaker op tafel.
Tips voor het beste resultaat
- Houd je bladerdeeg altijd koel, anders plakt het en rijst het minder goed.
- Gebruik boter van hoge kwaliteit voor een extra smaakvol resultaat.
- Laat de ragout niet koken nadat het vlees erbij gaat, om draadjesvlees te voorkomen.
- Experimenteer gerust met mosterd of een paar druppels azijn voor frisse diepgang in de saus.
Zelf merk ik steeds weer hoe pasteitjes herinneringen oproepen aan vroeger; het is een gerecht waar comfort in schuilt. Even samen genieten, met het geluid van knapperig bladerdeeg en de geur van warme ragout in de keuken. Vooral tijdens de feestdagen kies ik voor klassiek, maar met mijn eigen twist: een beetje extra nootmuskaat of wat verse peterselie als finishing touch, dat maakt alles af.
Waar let je op bij pasteitjes?
Voor een geslaagd pasteitje let je vooral op temperatuur en tijd. Het werken met bladerdeeg vraagt precisie: niet te warm worden, anders smelt het. Ragout smeuïg, maar niet te vloeibaar. Zo krijg je dat iconische pasteitje dat recht doet aan onze feestelijke traditie.
Wil je echt iets bijzonders op tafel zetten, overweeg dan eens de originele Franse naam te gebruiken. ‘Vol-au-vent’ klinkt niet alleen feestelijk, maar vertelt ook het verhaal van traditie en vakmanschap. Geloof mij, met een goed gevuld pasteitje scoor je altijd – of het nu op een verjaardag is, of tijdens een chique etentje.
- Hoe voorkom ik dat bladerdeeg niet rijst?Zorg dat je geen eistrijksel op de randen aanbrengt en hou het deeg altijd koel tot vlak voor het bakken.
- Kan ik pasteitjes van tevoren klaarmaken?Je kunt de bakjes en ragout apart voorbereiden. Bak de bakjes vlak voor serveren en warm de ragout weer rustig op.
- Welke vulling is traditioneel?Het klassieke pasteitje wordt gevuld met ragout van kip, balletjes en champignons in romige saus. Maar variaties zijn volop mogelijk.
- Hoe krijg ik een mooie, gladde ragout?Voeg de koude bouillon al roerend en in delen toe aan de roux – zo voorkom je klontjes.
- Is dit gerecht ook geschikt voor kinderen?Zeker, met kippenragout of vegetarische vulling is het een favoriet bij jong en oud.
Reacties